DE ZEVENTIG WEKEN VAN DANIEL

EN DE BEDELING DER GENADE

Cornelius R. Stam

           Elke Bijbelstudent weet iets over het ernstige gebed van Daniel voor zijn volk vlak voor het einde  van zijn

ballingschap in Babel en hoe de engel Gabriel naar Daniel gezonden werd om de voornaamste  gebeutenissen vanaf het decreet om Jeruzalem te herbouwen tot aan de plaatsing van Christus op de troon als de Messias de Koning, te voorspellen. De profetie luidt als volgt in Daniel 9: 24-27

            "Zeventig weken zijn bestemd over uw volk, en over uw heilige stad, om de overtreding te sluiten, en om de ongerechtigheid te verzoenen, en om een eeuwige gerechtigheid aan te brengen, en om het gezicht, en den profeet te verzegelen, en om de heiligheid der heiligheden te zalven

            " Weet dan, en versta: van de uitgang des Woords, om te doen wederkeren, en om Jeruzalem te bowuen, tot op Messias, de Vorst, zijn zeven weken, en twee en zestig weken; de straten, en de grachten zullen wederom gebouwd worden, doch in benauwdheid der tijden. 

             "  En na die twee en zestig weken zal de Messias uitgeroeid worden, maar het zal niet voor Hem zelf zijn; en een volk der vorsten, hetwelk komen zal, zal de stad en het heiligdom verderven, en zijn einde zal zijn met een overstromende vloed, en tot het einde toe zal er krijg zijn, en vastelijk besloten verwoestingen. 

              " En hij zal velen het verbond versterken een week; en in de helft der week zal hij het slachtoffer en het spijsoffer doen ophouden, en over de gruwelijke vleugel zal een verwoester zijn, ook toot de voleinding toe, die vastelijk besloten zijnde, zal uitgestort worden over den verwoeste

 

EEN POPULAIR ONDERWERP DAT WIJ NOOIT IN 

HET OPENBAAR HEBBEN BESPROKEN

     Daniels profetie  van de zeventig "weken" is op zijn minst enkele tientallen jaren een populair onderwerp voor Bijbelleraren van de bedelingen geweest. Niettemin hebben wij in de meer dan dertig jaren (C.R. Stam Berean Bible Society) Bijbelonderricht dit onderwerp in het openbaar nooit mondeling of schriftuurlijk ter sprake gebracht. 

     Dit stilzwijgen was vanwege een groot probleem dat niet werd opgelost door studies die wij hoorden en lazen met betrekking tot deze 70 weken.

      Het is nog niet zo lang geleden dat Mike Singleton ( jaren 70) een van onze jonge vrienden, een opmerking maakte naar aanleiding van een uitdrukking die wij in het maandblad The Searchlight bezigden. Sedertdien voelen wij ons vrij om over dit onderwerp te schrijven en onze lezers hieromtrent voor te lichten. 

DE BASIS FEITEN VAN DE PROFETIE

Er zijn verschillende basisfeiten omtrent deze profetie waarover de meesten die de leer van de bedelingen geloven het ongetwijfeld eens zijn. 

1  De engel Gabriel kwam om Daniel te laten weten dat zeventig "weken"(van jaren) of 490 jaren voor Israel  waren vastgesteld vanaf het komende bevel om Jeruzalem te herbouwen tot het zalven van de Messias als Koning Daniel 9 vers 24. 

2 Deze 70 "weken"zouden in 7 +62+1 verdeeld worden (zie verzen 25-27)

3 Er zouden 7 weken (49 jaren) komen, vanaf het bevel om Jeruzalem te herbouwen tot aan het voltooien daarvan (vers 25)

4 Deze 7 weken zouden door nog 62 weken (434 jaren) gevolgd worden tot een Gezalfde, een Vorst (vers 25).

5 Daarna zou de Messias worden afgesneden en de 70e week (7 jaren) zou volgen. Gedurende deze "week"zou de "Grote Verdrukking" plaatsvinden en aan het einde daarvan zou de Messias op de troon geplaatst worden. 

6 Tussen de 69e en 70e (laatste) week is er een onderbreking in het profetische programma (Britse vrienden noemen dit een hiaat). Dit hiaat, onze huidige bedeling (de Bedeling van Gods Genade Efeze 3:1-3), is door God al voor de schepping uitgewerkt maar niet geprofeteerd. Het is dus geen onderdeel van de profetie maar zoals Paulus het ons openbaart "het Geheimenis"van de tegenwoordige bedeling. Dr H.A. Ironside noemde dit Geheimenis "de grote parenthesis".

    Het gehele plan kan als volgt geschetst worden:

    7 weken 49 jaren         62 weken 434 jaren      Het Geheimenis     1 week 7 jaren

               A                                   B                              C                         D

 

A Het bevel om Jeruzalem te herbouwen

B Jeruzalem herbouwd en muur voltooid.

C Messias "uitgeroeid"of afgesneden

D Messias als Koning gezalfd. 

       Het probleem waar wij altijd moeite mee hadden was dat volgens de populaire uitleg van dit gedeelte, verschillende belangrijke profetische gebeurtenissen in feite werden uitgesloten van deze profetie die gaat over Israels toekomst  van de tijd van Daniel tot het einde. Let goed op. Deze profetische gebeurtenissen zijn niet gewoon er uit gelaten, ze zijn doelbewust verwijderd uit de profetische periode en geplaatst in de parenthetische periode, waarover de profetie niets te zeggen heeft. 

       Vers 26 zegt duidelijk:   "... na de twee en zestig weken zal een Gezalfde (Messias) worden uitgeroeid..." Toegegeven - het woord "NA"kan ook "ten slotte van" betekenen maar dan blijft nog steeds de opstanding uit de doden en de hemelvaart van Christus en de komst van de Heilige Geest buit de profetische periode.

        Maar de uitleg van sommige commentatoren wil zelfs de kruisiging buiten de profetische periode laten. Bij voorbeeld; Sir Robert Anderson ging heel ver om te bewijzen dat de 483  jaren 97 +62 weken) van Daniels profetie ons slechts voren tot de Messias, de Vorst. Met ander woorden "tot Zijn openbaar aanbod van Zichzelf als Koning "toen Hij ... Jeruzalem op een ezelveulen binnenreed, end at dit uitgerekend precies op de dag af uitkomt * Op deze manier  wordt het kruis buiten de profetische periode gehouden, want de 70e week begint pas in de toekomst

* Hoe zeer wij altijd geimponeerd zijn geweest van Sir Robert Anderson, als Bijbelleraar, zijn wij nooit geimponeerd geweest van zijn uitleg van dit Schriftgedeelte. Want ten eerste, onze Heere bood Zichzelf nooit aan als Koning in de zogenaamde triomfantelijke  intocht. Hij wist wel dat Zijn heerlijkheid, Zijn lijden moest volgen I Petrus 1:11, en ging die dag binnen als een lam om te sterven en niet om als koning te regeren. 

HOE DIT PROBLEEM DE POPULAIRE UITLEG

HEEFT BEINVLOED

    Sir Robert Anderson schreef met betrekking tot deze profetie:

        "Wat dan was de lengte van de periode die tussen het geven van het bevel om Jeruzalem te herbouwen en de openbare aankomst van een Gezalfde (Messias) en vorst ligt? En hij antwoordde:  PRECIES... ZEVENMAAL NEGEN EN ZESTIG PROFETISCHE JAREN VAN 360 DAGEN  (Daniel  in the Critics) Den ....cursivering onzerzijds. Omdat Sir Robert Anderson van mening was dat de 70e week nog vervuld moest worden, betekende dit dan dat de kruisiging, de opstanding uit de doden, de hemelvaart en Pinksteren allen buiten de profetische periode vielen? En waren al deze gebeurtenissen in Gods profetische programma niet ingesloten voor Israel? 

          Dr Arno C Gaebelein schreef over Daniels profetie:

   "......het is een grote openbaring over DE GEHELE TOEKOMST VAN ISRAEL VAN HET EINDE VAN HUN BALLINGSCHAP IN BABEL TOT DE TIJD VAN HET EINDE......."     (The Prophet Daniel---page 129 cursivering onzerzijds" Toch schreef hij met betrekking tot hetzelfde Schriftgedeelte: Precies 483 jaren (69 weken) nadat het bevel werd gegeven om Jeruzalem te herbouwen ging de Heere Jezus deze stad binnen om Zichzelf en Zijn aanspraken te verwerkelijken" ( THE PROPHET DANIEL, page 138). Bovengenoemde zin voltooide hij met de woorden : "Een paar dagen daarna (na de 69 weken) werd Hij aan het kruis genageld en hij vervolgt door Sir Robert Anderson te citeren om te bewijzen dat de intocht op een ezelveulen in Jeruzalem de 69 weken tot exact  de laatste dag volmaakte. Zodoende  liet hij de kruisiging, de opstanding uit de doden, de hemelvaart en Pinksteren buiten de profetie, die verondersteld wordt de gehele toekomst van Israel van het einde van de Babylonische verbanning tot de eindtijd te profeteren. 

        Dr. H.A. Ironside had dezelfde algemene opvatting en liet hetzelfde probleem onbeantwoord. In zijn lectures on Daniel schreef hij: "Maar in antwoord op zijn Daniels gebed maakte God hen bekend dat in 70 weken van zeven jaren, "AL DE PROFETIE IN VERBAND MET ZIJN VOLK VERVULD ZOU WORDEN"  bladzijde 167, cursivering onzerzijds)  Hij ging inderdaad, zo ver te zeggen met betrekking tot de kruisiging: "Tot nu toe had de grote profetische klok de jaren, het ene na het andere afgetikt  in vervulling van wat wij in dit hoofdstuk hebben, maar MET DE KRUISIGING VAN DE HEERE JEZUS CHRISTUS STOND DE GROTE KLOK STIL. EN ER IS GEEN TIK MEER VAN HEM GEWEEST SINDSDIEN; ( Lectures on Daniel pagina's 166, 167. Cursivering onzerzijds). Hoe nadrukkelijk  heeft hij de opstanding uit de doden, de hemelvaart en Pinksteren van de profetie uitgesloten! 

        Zouden dan Anderson, Gaebelein en Ironside hebben ontkend dat de kruisiging, de opstanding uit de doden, de hemelvaart en Pinksteren in verband met Israel waren geprofeteerd? NATUURLIJK NIET.  Alle drie hebben te nadrukkelijk  vermeld dat deze gebeurtenissen in verband met Israel waren geprofeteerd, maar vreemd genoeg schijnt dit probleem in verband met dit Bijbelgedeelte niet bij hen opgekomen te zijn. 

 

WACHTEND OP LICHT

     Vele jaren studeerden en onderzochten wij dit Bijbelgedeelte haarfijn zonder de oplossing te vinden. Gedurende deze jaren schreven wij nogal wat bekende Bijbelleraren over deze kwestie aan, maar steeds zonder resultaten. 

     In 1953 stelden wij dit probleem tijdens een conferentie ter discussie. Verscheidene dagen bespraken wij dit probleem, echter zonder resultaat. Wij vonden geen oplossing. 

HET LICHT GAAT OP

     Eindelijk in April 1971 schreef onze dierbare broeder, Mike Singleton, om te vragen waarom wij het frase "uitgeroeid"gebruikten in verband met de kruisiging van Christus. Als wij naar het Schriftgedeelte in Daniel 9 verwezen, zei Singleton te menen dat dit te maken had met Israel's uiteindelijke verwerping van Christus in Hoofdstuk 7 van Handelingen toen hij onder de steniging van Stefanus, een boodschap naar Gods zonden zeggende  "Wij willen niet, dat deze Christus Koning over ons wordt". Zie Lucas 19:11-14. Anders vroeg hij, hoe konden wij Daniel 9:24-27 uitleggen? 

     Wij stonden enkele ogenblikken versteld van zijn bezwaar, en lazen zijn bezwaar telkens weer, totdat wij zagen hoe duidelijk en eenvoudig de oplossing was voor deze kwestie die ons zo vele jaren gekweld had.

      Wij gingen terug naar de Schriften om de details na te gaan en ontdekten dat onze broeder gelijk had. Gode zij dank voor het ontvangen licht. 

      De kruisiging, de opstanding uit de doden, de hemelvaart en Pinksteren waren allemaal inbegrepen in de profetie- wat Israel en Jeruzalem betrof - precies waar ze behoorden, zodat de bedeling van het geheimenis met de uitroeping van Paulus kon beginnen- precies waar DIT behoorde. 

       Hier dient de lezer terug te kijken naar het tijdschema om te zien hoe het probleem werd opgelost en dan dat Christus niet bij het kruis door Israel uitgeroeid was, maar NA Pinksteren, toen Stefanus werd gestenigd. Sedert die dat houdt God Zich nog bezig met individuele Joden maar niet met het Joodse volk als natie. Het Koninkrijk is sedertdien niet meer aangeboden. 

EN DE VERWOESTING VAN JERUZALEM DAN?

   Maar de verwoesting van het herbouwde Jeruzalem? Is dit niet in het profetische plan omvat? Het antwoord hierop is ja, in de 70e week. Wij hebben nooit een probleem hierover gehad, hoewel sommige mensen veronderstellen dat vers 26 van ons Schriftgedeelte de verwoesting van Jeruzalem in AD 70 door Titus voorspelt.

    Toegegeven, vele profetieen hebben een eerste en een tweede vervulling en deze profetie zegt dat "......het volk van een vorst (Romeinse) die komen zal, zal de stad en het heiligdom te gronde richten. (vers 26), maar dit wijst nog uitsluitend op de toekomstige verwoesting van Jeruzalem in de "Grote Verdrukking", wanneer Jeruzalem belegerd wordt, niet door een natie, maar door vele natieen.

     Ten eerste, let op: deze aanval op Jeruzalem zal eindigen in een vloed (vers 26). Deze vloed is duidelijk een vloed van mensen uit  alle volken. In verband met de gebeurtenissen waar deze profetie naar verwijst lezen wij in Jesaja 59:19 het volgende: "Dan zullen zij de Naam des Heeren vrezen van de nedergang, en Zijn heerlijkheid van de opgang der zon; als de vijand zal komen gelijk een stroom zal de Geest des Heeren de banier tegen hen oprichten
Ook lezen wij in Jesaja 17 vers 12 en 13 het volgende: "Wee der veelheid der grote volken, die daar bruisen, gelijk de zeeen bruisen; en wee het geruis der natien, die daar ruisen, gelijk de geweldige  wateren ruisen! De natien zullen wel ruisen, gelijk grote wateren ruisen; doch Hij zal hem schelden, zo zal hij verre wegvlieden, ja , hij zal gejaard worden, als het kaf der bergen van de wind, en gelijk een kloot van de wervelwind"
Aan het einde van de Grote Verdrukking zal Jeruzalem belegerd worden, niet alleen door de legers van het herstelde Romeinse Rijk, maar door alle volken. Zo voorspelt Zacharia 14:1-3 met betrekking tot Jeruzalem: 

    Ziet, de dag komt den Heere, dat uw roof zal uitgedeeld worden in het midden van u, o Jeruzalem. Want Ik zal alle heidenen tegen Jeruzalem ten strijde verzamelen; en de stad zal ingenomen, en de huizen zullen geplunderd , en de vrouwen zullen geschonden worden; en de helft der stad zal uitgaan in de gevangenis; maar het overige des volks  zal uit de stad niet uitgeroeid worden. En de heer zal uittrekken, en Hij zal strijden tegen die heidenen, gelijk ten dage als Hij gestreden heeft, ten dage des strijds. 

     Ook lezen wij in Openbaring 12: 13-15 dat de vrouw, Israel, bijna verpletterd wordt door een overstroming. 

  Verder, de verwoesting van Jeruzalem, die in Daniel 9 voorspeld is, kan niet verwijzen naar de verwoesting in AD 70 door Titus, want hij van vers 27 verwijst duidelijk op de arglistige vorst van vers 26 die in de toekomst een verbond met de velen in Israel zal sluiten voor een week (de 70e) en dan midden in die week zal hij dit verbond verbreken voor zichzelf te verheffen en als God op de troon in de heilige tempel te gaan zitten

      Dit wordt de gruwel der verwoesting genoemd en zal plaatsvinden gedurende de komende Grote Verdrukking (Mattheus 24:15, 21). Toen de legers van Titus in het jaar AD 70 Jeruzalem vernietigden is iets dergelijks niet gebeurd. Met betrekking tot de verwoesting van Jeruzalem zegt Daniel 9:27 dat dat niet jaren later zal plaatsvinden maar dat in verband met die verwoesting de antichrist met Israel een verbond zal sluiten end at verbond later weer zal verbreken. Daarom spreekt Daniel 9 vers 27 niet over de verwoesting van Jeruzalem welke plaats vond in het jaar AD 70, maar deze tekst spreekt van een toekomstige verwoesting die zal plaatsvinden aan het einde van de "Grote Verdrukking"

DE HARMONIE VAN HET WOORD

     Het is zulk een ongekende zegen om de harmonie van het Woord van God te zien speciaal wanneer het recht gesneden is. 

     Met dit probleem opgelost passen alle profetische gebeurtenissen vanaf Daniels dag tot het einde op een natuurlijke wijze in de profetische periode, die in grote trekken in Daniel 9 staan, Wat meer is, de tegenwoordige bedeling der Genade (Efeze 3:1-3) is gedemonstreerd als inderdaad het Geheimenis te zijn dat niet bij de profetie inbegrepen is, maar voor het eerst door de apostel Paulus bekend gemaakt werd. 

      Kijk weer eens op het tijdschema en zie hoe de 69 weken ons van het bevel om Jeruzalem te herbouwen voeren door naar de komst van Christus, Zijn kruisiging, Zijn opstanding uit de doden en Zijn hemelvaart en zelfs door Pinksteren totdat het volk de Messias Hem uiteindelijk afsnijdt (uitroeit) door Zijn dienaar Stefanus te stenigen en de oorlog te voeren tegen God en Christus. let er ook op hoe God het profetische programma onderbrak, terwijl Hij in Genade wacht op een toekomstige dag (de 70e week) waar Hij hen de oorlog zal verklaren. 

BEMOEDIGING VOOR ONS

Zullen wij, leden van het Lichaam van Christus, hier op aarde zijn wanneer God oorlog aan de verwerpers van Christus verklaart? Volstrekt niet! Voor de dag de Heeren komt: Want de Heere Zelf zal met een geroep, met de stem des archangels, en met de bazuin Gods nederdalen van de hemel; en die in Christus gestorven zijn, zullen eerst opstaan; Daarna wij, die levend overgebleven zijn, zullen te zamen met hen opgenomen worden in de wolken, de Heere tegemoet, in de lucht; en alzo zullen wij altijd met de Heere wezen. Zo dan , vertroost elkander met deze woorden" I Thessalonicensen 4:16-18

      En uit vrees dat dit niet genoeg zekerheid zou zijn gaat de apostel verder te schrijven over de profetische "tijden en gelegenheden". Hij legt uit dat wij niet hoeven te wachten op Christus komst als een dief in de nacht, omdat wij niet van de nacht zijn. Wij behoren niet tot die categorie. Wij zien uit naar Zijn komst om ons weg te nemen uit deze wereld voordat Hij Zijn toorn daarover zal uitstorten. 

Want God heeft ons niet gesteld tot toorn, maar tot verkrijging der zaligheid, 

door onze Heere Jezus Christus. Dit voor ons gestorven is, opdat wij, hetzij dat wij

waken, hetzij dat wij slapen, te zamen met Hem leven zouden. 

Daarom vermaant (vertroost) elkander, en sticht de een de ander, gelijk gij ook doet

I Thessalonicensen 5:9-11

 

      Inderdaad in zijn tweede brief aan de Thessalonicensen verzocht Paulus, op grond van de komst van onze Heere Jezus Christus en onze vereniging met Hem dat wij onze bezinning niet verliezen of in onrust verkeren over de "Dag des Heeren"(Zijn komst om te oordelen) uit vrees dat die aanstaande is, want zegt de apostel Paulus, die zal niet gebeuren voordat de äfval"* (het weggaan) plaats heeft gevonden, en de mens der zonde, zich verheft in de heilige tempel, roemende dat hij God is. 

     Voor de gelovige nu en wij mogen God danken daarvoor de verwachting niet toorn, maar hemelvaart!  Dit moet wel een bron van grote bemoediging voor ons zijn, in ogenschouw nemende dat de wereld recht op de Grote Verdrukking afkoerst"

 

* De woorden "de afval" hier moet worden gelezen "het weggaan" of een verandering van plaats. De apostel Paulus verwijst klaarblijkelijk naar het weggaan van de gelovigen, een gebeurtenis waar hij in beide brieven naar verwijst. Dit weggaan noemen wij de opname van de Gemeente, die het Lichaam van Christus is.