De Doop Zonder Handen

Kolossensen 2:9-13

   Deze tekst gaat over de besnijdenis van de gelovige die ontvangen is "zonder handen". Alleen God kan zonder handen werken. Paulus zei het volgende tegen de filosofen van Athene in Handelingen 17:24-25: "DE GOD DIE DE WERELD GEMAAKT HEEFT EN ALLES WAT DAARIN IS, DEZE ZIJNDE HEER DES HEMELS EN DER AARDE, WOONT NIET IN TEMPELS MET HANDEN GEMAAKT; EN WORDT OOK VAN MENSENHANDEN NIET GEDIEND ALS IETS BEHOEVENDE

Het gebruik van het woord "handen"hier, geeft de behoefte aan iets aan. God heeft niets nodig daarom werkt Hij ook zonder handen. 

Het gedeelte in Kolossensen spreekt zowel over besnijdenis als doop. Beiden zijn voor ons in Christus door God verricht, onafhankelijk van enige menselijk inspanning of  betrokkenheid. 

God heeft dit Zelf gedaan zonder de bemiddeling die eens toegepast werd toen de besnijdenis en doop nog door handen verricht werden. Geen enkel ritueel , vrome handeling of nederige verrichting kan de plaats innemen van God's werk welke zonder handen verricht wordt. Vanzelfsprekend volgt dan dat met deze doop de doop van de Heilige Geest, I Korinthe 12:13, bedoeld wordt. Deze spreekt niet alleen over een begrafenis, maar ook over een opstanding, door het geloof in de werking Gods. En weer....deze werking Gods voor ons wordt ook zonder menselijke handen verricht.